
Jurisprudentie
AU0821
Datum uitspraak2004-01-13
Datum gepubliceerd2005-08-11
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers17/080098-01 VON
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2005-08-11
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers17/080098-01 VON
Statusgepubliceerd
Indicatie
Ontvankelijkheid openbaar ministerie, redelijke termijn
Uitspraak
Rechtbank Leeuwarden
Sector strafrecht
VONNIS
Uitspraak: 13 januari 2004
Parketnummer: 17/080098-01
VONNIS van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres]
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 13 januari 2004.
Tegen de niet verschenen verdachte is verstek verleend.
De raadman van verdachte, mr. K.E. Wielenga, advocaat te Joure is ter terechtzitting verschenen.
TELASTELEGGING
Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de telastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen.
NIET-ONTVANKELIJKHEID OPENBAAR MINISTERIE
De rechtbank is gebleken dat de processen-verbaal opgemaakt met betrekking tot de onderhavige zaak en de daarop betrekking hebbende en gelijktijdig aangebrachte ontnemingsvordering respectievelijk zijn gesloten op 11 juni 2001 en 27 augustus 2001. De rechtbank heeft op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting geconstateerd dat de zaken vanaf voornoemde data tot aan de datum waarop ze zijn aangebracht ruim twee jaren hebben stilgelegen. Nu er zich naar het oordeel van de rechtbank geen feiten en omstandigheden hebben voorgedaan die het verstrijken van genoemde periode verklaren en rechtvaardigen, is de rechtbank van oordeel dat de redelijke termijn is overschreden, hetgeen in de onderhavige zaak dient te leiden tot de niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie.
RECHTDOENDE
Verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. Kuizenga, voorzitter, mr. H.G. Aaldriks en mr. H.R. Bax, rechters, bijgestaan door mr. B.E. Martini, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 januari 2004.
Mr. Bax is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.